Het laatste adres; podcast over onze overgrootouders aan de hand van recent teruggevonden oorlogscorrespondentie.
Abraham en Theophile Ptasznik
Abraham en Theophile Ptasznik waren tegen de tachtig toen ze, alleen achtergebleven in Amsterdam, gedwongen werden te verhuizen naar het Merwedeplein 17. Vanaf dat adres zijn ze een paar maanden later gedeporteerd.
Toen Hella en Sandra Rottenberg, achterkleindochters van de Ptaszniks, onderzoek deden voor hun boek De sigarenfabriek van Isay Rottenberg stuitten ze op brieven uit de oorlog. Uit de brieven komen hun overgrootouders tevoorschijn als mensen die ondanks alles de moed niet opgaven, hun humor behielden en vast van plan waren de oorlog te overleven.
Klik hier om de podcast te beluisteren.
In 1899 verhuist Abraham Ptasznik met zijn vrouw Temerl Bienenstock en hun vijf kinderen uit Polen naar Amsterdam om er met zijn broer David een firma in de machinale productie van sigarettenhulzen en –mondstukken te beginnen. De zaken gaan goed. De Ptaszniks spreken Nederlands, verhollandsen hun voornamen en vernoemen hun jongste dochter naar Koningin Wilhelmina. Eind 1942 worden Abraham en Theophile door de nazi’s gedwongen hun huis in de Hacquartstraat te verlaten en hun intrek te nemen op Merwedeplein 17. Het is hun laatste woonadres, begin 1943 volgt hun deportatie naar Sobibor.
Achterkleindochters Hella en Sandra Rottenberg, auteurs van het veelgeprezen boek over hun grootvader De sigarenfabriek van Isay Rottenberg, vertellen over het leven van de familie Ptasznik aan de hand van onlangs gevonden oorlogscorrespondentie.