De Woningruilweken, een oplossing uit Amsteldorp

Een idee dat voortkomt uit gesprekken met bewoners uit een Amsterdamse buurt tot uitvoering brengen, het kan echt. Onder luid hoerageroep werden deze week de Woningruilweken ingeluid.

Zeker tachtig mensen, waaronder wethouder Laurens Ivens van Amsterdam en wijkwethouder Thijs Reuten van Amsterdam Oost, kwamen op 9 maart naar verzorgingshuis De Open Hof om getuige te zijn van de aftrap van de Woningruilweken. Een experiment dat woningcorporaties Ymere en Rochdale aangaan om passend wonen in de eigen buurt te stimuleren.

Denktank Kennisland trok het afgelopen jaar met een zogenaamd Social Lab door Amsteldorp, een op het oog rustig buurtje, laag gelegen in een poldertje bij het Amstelstation. Een buurt met relatief veel oudere bewoners, die praktisch hun hele leven al huren bij een van de twee woningbouwverenigingen die er het merendeel van de woningen bezitten: Ymere en Rochdale. Het Social Lab – een methode die begint met verhalen van bewoners en in de buurt actieve instanties – leverde verschillende concrete ideeën op die vervolgens werden uitgewerkt en getest met betrokken partijen als welzijnswerk, vrijwilligersorganisaties, zorginstellingen, de gemeente en woningcorporaties.

Amsteldorp is een buurt met relatief veel ouderen. Ouderen die de wens koesteren zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen in hun eigen buurt, binnen hun eigen sociale netwerk. De huidige woning voldoet vaak niet aan de wensen die horen bij een nieuwe levensfase, maar hoe vind je een andere beter passende woning? De vraag rees hoe we binnen de marges van de woningwet, slimmer om kunnen gaan met de woningvoorraad.

De oplossing die in het Social Lab werd ontwikkeld – overigens niet alleen voor ouderen maar voor alle generaties – werd gevonden in het idee van woningruilen in de eigen buurt. Het idee kreeg een naam: De Woningruilweken. Programmamaker Sandra Rottenberg sloot zich aan bij Kennisland om samen met Thijs van Exel het project tot uitvoering te brengen. En dat is gelukt met hulp van stadsdeel Oost en het enthousiasme van de twee deelnemende woningcorporaties.

‘De woningmarkt zit verstopt’ legde Caroline Nolet van Ymere de deelnemers aan het Stadsgesprek uit, ‘dat komt omdat we allemaal op elkaar zitten te wachten. Voor je aan de beurt bent voor een starterswoning, ben je die alweer ontgroeit, want toe aan het stichten van een gezin. Gezinnen wonen te klein, ouderen waarvan de kinderen het huis uit zijn, soms te groot. Lang wachten wordt gestimuleerd, want met een langere inschrijftijd heb je meer kans op een geschikte woning. ‘ Met de Woningruilweken willen Ymere en Rochdale proberen deze impasse te doorbreken, om te beginnen in Amsteldorp. Acht weken lang kunnen bewoners uit Amsteldorp op zoek gaan naar een geschikte ruilpartner, vervolgens wordt er begeleiding geboden om de ruil tot een succes te maken. Al dezelfde avond meldden zich tientallen bewoners om de aanmeldformulieren in te vullen.

Woningruilen kan sowieso in Amsterdam, maar dan staat het iedereen die ingeschreven is bij Woningnet vrij om te reageren. Woningruilen in de eigen buurt, waarbij alleen buurtgenoten betrokken zijn, zou volgens de regels van eigenlijk niet mogen. Maar als iets niet ‘mag’ betekent het niet dat het niet ‘kan’. Het oprekken van beleidsruimte vergt enige moed en vindingrijkheid. Volgens wijkwethouder Thijs Reuten uit Amsterdam Oost is het heel belangrijk om die beleidsruimte actief op te zoeken en er desnoods overheen te gaan. Zijn collega Ivens kan dat alleen maar onderschrijven, hij is enthousiast over het experiment. Bij de Woningruilweken worden de ruilers niet als ‘nieuwe’ huurders beschouwd, maar wordt de bestaande huur van de zittende bewoners als leidraad genomen om tot een nieuwe huursom te komen. Omdat het in het experiment alleen om sociale woningbouw gaat, moeten potentiële ruilers ook voldoen aan de inkomensgrens van €40.349 [exact opzoeken]

‘Soms zou je willen dat je als wethouder ook het eigendom bezit van de woningvoorraad’, verzuchtte Ivens. Dat zou het makkelijker maken om de bestemming aan te passen, of gericht toe te wijzen. Hij hoopt van harte dat het experiment zal slagen.

Het denken over passende huisvesting wordt ook beperkt door onze vooroordelen, bijvoorbeeld die over de wensen van ouderen. Architect Bas Liesker deed met zijn bureau Heren5 onderzoek naar de Stadsveteraan. ‘De actieradius van ouderen is vaak veel groter dan we veronderstellen’, vertelde hij. In zijn onderzoek waren er mensen van boven de 80 uit Amsterdam West die rustig naar de Bijenkorf wandelden en weer terug. Maar stadsveteranen hechten ook aan gemengd wonen, met verschillende generaties door elkaar, ze hebben behoefte aan plekken waar je elkaar informeel ontmoeten kan en samen iets kan ondernemen, bijvoorbeeld het onderhouden van een tuin. Dat je veilig over straat kan gaan in een drukke stad, waar nagedacht is over de plek van voetgangers en mensen die wat minder mobiel zijn. Woningcorporaties zouden zich dus behalve met de woning ook veel meer met de leefomgeving en de infrastructuur moeten bekommeren, en daarbij de oplossingen overnemen die de bewoners zelf aandragen.

Precies zoals nu met de Woningruilweken is gebeurd. En dat is in velerlei opzicht een heugelijke ontwikkeling, want als we hier doorzetten, kunnen we gaan dromen dat de woningcorporaties hun oorspronkelijke rol weer op kunnen pakken, die van woningbouwvereniging. Het beheren van een sociale woningvoorraad in dienst van de bewoners.

Sandra Rottenberg