Second Writers’ Conference at Alabama A&M College, Normal, Alabama, 1966, bron JHM
Audiodocumentaire voor NTR DOCS, vanaf 15 december 2021 ONLINE via alle podcast-kanalen of via deze link: Ik zag hoe zwart ik was
Rosey Pool (1905-1971) groeide op in vooroorlogs Amsterdam als dochter van een joodse socialistische en seculiere sigarenboer. Ze had een mooie stem, schreef poëzie en maakte als jonge vrouw furore als voordrachtkunstenares.
Haar leven raakte aan alle grote gebeurtenissen in de 20e eeuw. Ze verkeerde in radicaal-linkse kringen in de jaren ’30 in Berlijn, maakte daar de omslag naar het nazisme mee en ontdekte dat ze lesbisch was. Ze nam deel aan het joodse verzet tegen de nazi’s in bezet Amsterdam, slaagde erin zowel uit de trein naar Auschwitz als uit Westerbork te ontsnappen.
Na de oorlog, als enige overlevende van haar gezin, vereenzelvigde ze zich met Afro-Amerikaanse dichters. Ze schiep zichzelf een nieuwe familie van zwarte schrijvers en bracht verschillende bloemlezingen met door haar vertaalde gedichten uit, die in Nederland in de jaren ’50 en ’60 veel succes hadden; een Ooievaarspocket met een oplage van 10.000 exemplaren was in een mum van tijd uitverkocht. Ze woonde met haar vriendin Isa Isenburg in London waar haar flat uitgroeide tot een salon voor zwarte schrijvers. Haar huis werd een vrijplaats voor in Engeland vervolgde homoseksuelen.
Pool schreef voor kranten en tijdschriften, werkte voor de radio en maakte actief de begintijd van de Nederlandse en Britse televisie mee. Ze had een tomeloze energie en was niet wars van stunts om de onderdrukking van Afro-Amerikanen onder de aandacht te brengen. Ze gaf les aan zwarte studenten in het zuiden van de VS en onderhield intensieve correspondenties met iedereen die ertoe deed, van hartsvriend en dichter Langston Hughes tot Léopold Senghor, de eerste president van Senegal. In 1961 en 1966 was ze als enige witte vrouw betrokken bij de grote festivals in Nigeria en Senegal waar kunstenaars, dichters en schrijvers uit de Verenigde Staten en Afrika elkaar ontmoetten.
Alles hield Rosey bij in plakboeken, zo regisseerde ze het verhaal van haar leven. Want ze was ook goed in mystificaties en geheimen. Na haar dood in 1971 leek ze vergeten en verdwenen: ze werd ingehaald door de radicale zwarte emancipatiebeweging van de jaren ’60.
Sandra Rottenberg maakte een audiodocumentaire geïnspireerd op het proefschrift van Lonneke Geerlings over Rosey Pool: Survivor, Agitator. Rosey E. Pool and the Transatlantic Century’ , VU 2020.
Samenstelling: Sandra Rottenberg, met dank aan Lonneke Geerlings, Rudi Wesselius, Susan Legêne, Dini Bangma en het archief van de Universiteit van Sussex in Brighton en de IHLIA-collectie van de Openbare Bibliotheek Amsterdam. De gedichten en brieffragmenten werden gelezen door Bertien Minco en Rudy Lion Sjin Tjoe.
Techniek: Berry Kamer. Eindredactie Anton de Goede.
De biografie van Rosey Pool komt volgend jaar uit bij Uitgeverij AtlasContact.